De onbekende Alpen in het Duitse Beieren.
Wanneer je zegt dat je op reis gaat naar de Alpen, dan schiet bij de meeste mensen Frankrijk, Zwitserland of Oostenrijk door het hoofd. Uiteraard zijn dit hele mooie bestemmingen, maar de Alpen beginnen eigenlijk al in het Zuiden van Duitsland. En beginnen is wel degelijk het juiste woord.

Wanneer je aanrijdt is Duitsland zo ‘vlak’ als een biljarttafel maar plots dagen de reuzen van de Alpen op eens je de Oostenrijkse grens nadert. De Duitse Alpen zijn in twee grote gebieden op te delen. Enerzijds de streek rond Berchtesgaden, waar Adolf Hitler hoog in de bergen een hoofdkwartier had en anderszijds de streek rond de Zugspitze, de hoogste berg van Duitsland..
Dit artikel gaat over de tweede streek. Want hoewel iedereen wel al van de Zugspitze heeft gehoord is er veel meer te beleven in dit hoekje van Duitsland. Een verborgen parel, al zeg ik het zelf.

Zugspitze.
We beginnen met het letterlijke hoogtepunt van de streek, de Zugspitze.
De bergspits is met 2962 meter hoogte de hoogste top van Duitsland. Een kabelbaan brengt je van aan de voet van de berg bij de Eibsee tot het Zugspitze-plateau. Hier is het mogelijk om te sleeën en te ravotten in de eeuwige sneeuw.
Vandaaruit vertrekt ook de tweede kabelbaan die je naar de effectieve spits brengt. Eenmaal boven heb je een adembenemend 360° panorama over meer dan 400 bergen in Duitsland en de omringende landen als Oostenrijk en Zwitserland. Voor mensen met hoogtevrees kan je vanuit het dalstation ook de bergtrein nemen tot aan het Zugspitze-plateau. Van daaruit moet je wel verder met een kabellift die evenwel niet zo lang is.


Eibsee
Neem water, bergen en bossen en je hebt een mooie uitnodiging tot een wandeling. Zo ook aan de Eibsee. Dit gletsjermeer aan de voet van de Zugspitze nodigt uit tot zwemmen en varen. Het is niet eens zo groot, maar het zicht op de bergen vanop het water is onvergetelijk.
Osterfelderkopf.
Een populair startpunt voor bergwandelingen is de Osterfelderkopf op 2050 meter hoogte. Je hebt er een fantastisch mooi zicht op de omgeving en de Alpspitze die tot een hoogte van 2628 meter hoogte reikt. Van daaruit kan je een wandeling maken naar Hochalm. Het uitzicht tijdens de tocht is mooi tussen het groen. Het gaat langzaam bergop maar de beloning zijn prachtige landschappen tussen metershoge bergen.
Hölenthalklamm.
Redenen om de 1000m lange klamm niet te bezoeken, zijn er niet. Je komt er in een bergwereld vol kloven en watervalletjes terecht die elke natuurliefhebber vreugdesprongetjes laat maken. Met trappen en gootjes is een weg geboetseerd langs de smalle rivier. Zelfs eind juni kan je er nog wat sneeuw op grijphoogte ontdekken. Voor de dorstigen is er op het einde van de klamm een drinkhut. Het terras tussen het groen biedt je een zicht op de Zugspitze en zijn buren. Let wel op: de klim naar de ingang van de kloof is toch wel pittig. Deze zorgt er evenwel voor dat de drukte in de kloof wel meevalt.
Partnachklamm.
De Partnachklamm mag dan iets minder spectaculair zijn dan de Höllenthalklamm, de kracht van het water komt er evenveel tot uiting. Deze kloof is gemakkelijker te bereiken dan de Höllenthalklamm. Toch kan de wandeling verkoeling bieden op hete dagen aangezien je tussen hoge rotswanden loopt.

Kasteel Neuschwanstein
Kasteel Neuschwanstein.
Door velen wordt Schloss Neuschwanstein gezien als één van de mooiste kastelen ter wereld en het wordt dan ook heel erg vaak afgebeeld op boeken en tijdschriften. Eigenlijk wel opmerkelijk want het kasteel werd nooit helemaal afgewerkt. Waarschijnlijk is het dan ook de ligging die ervoor zorgt dat het zo’n status heeft. Het kasteel staat licht vergeven op een niet zo hoge berg in de vooralpen.
Het is toch een mooi klimmetje naar de ingang van het kasteel, maar van daaruit krijg je een adembenemend zicht op schloss Hohenschwangau en de Alpsee die wat lager is gelegen. Voor de romantici kan je ook beneden in het dorpje Füssen de paardenkoets naar boven nemen. Het kasteel is één van de gekke ideeën van de Beierse koning Lodewijk II. Hij groeide op in het Hohenschwangau kasteel dat door zijn vader Maximiliaan II in de 19de eeuw werd gebouwd
Het Neuschwansteinkasteel moest beantwoorden aan de sprookjeswereld van koning Ludwig II. Als grote liefhebber van de opera’s van Richard Wagner verwerkte hij in al zijn gebouwen locaties uit diens opera’s. Zo bouwde hij in Neuschwanstein een concertzaal die beantwoordde aan een feestzaal uit de opera ‘Tannhäuser’. Het kasteel werd nooit afgewerkt. De koning werd verbannen en het kasteel bleef onafgewerkt op zijn heuvel Een legende zegt dat Walt Disney zijn kasteel op dit kasteel heeft gebaseerd. Jaarlijks bezoeken meer dan 2 miljoen reizigers het kasteel. Het kan er wel druk zijn.
Tip: bezoek ook zeker kasteel Hohenschwangau. Het kasteel heeft een ‘normalere’ aanblik maar is zeker ook de moeite om te bezichtigen. Bovendien zijn er combitickets beschikbaar. Houd er wel rekening mee dat de tickets worden besteld voor een begeleide rondleiding en er dus ook een uur opstaat. Wanneer de tickets op zijn, zijn ze op. Plan je bezoek dan ook best in de voormiddag. Ook een wandeling rond de Alpsee is zeker aan te bevelen. Van daaruit krijg je mooi zicht op de omgeving en de kastelen.

Marienbrücke.
De Marienbrücke vlakbij het kasteel biedt een magnifiek zicht op het kasteel. De pracht en praal, maar vooral de grootsheid van het kasteel komen het best tot uiting wanneer je, zoals zoveel toeristen vanop de brug een blik werpt in de richting van het slot.
Linderhof.
Een ander voorbeeld van het grootse idee van Lodewijk II van Beieren is het Linderhof. Gebouwd in 1878 is het het enige kasteel waar de koning ook daadwerkelijk heeft gewoond. Het kasteel is rijkelijk gedecoreerd met alleen maar dure materialen als marmer en goud.
Rust straalt het park rond het kasteel alleszins uit. Het kasteel is ingebed in een groen park dat nu open is voor het grote publiek. Ludwig II bouwde in zijn park nog een kunstmatige Venusgrot, waarin operamuziek weerklonk, een Moorse kiosk en een Marokkaans huis. Deze bouwwerken moesten volledig voldoen aan zijn fantasie.

Wieskirche.
Centraal in het dorpje Wies staat de veel te grote Wieskirche. Deze kerk, die erkend is als Unesco werelderfgoed, is één van de mooiste voorbeelden van de Beierse rococo. De kerk staat helemaal alleen te midden van de groene weiden wat bijdraagt tot het idyllische plaatje die de kerk creëert. De kerk dateert uit 1745-1754 en werd door Dominikus Zimmerman ontworpen. Het is één van de enige kerken in de omgeving die bewaard werd in zijn oorspronkelijke staat. Een te koesteren geheim …





Oberammergau.
Het Beierse dorp Oberammergau is vooral bekend voor zijn passiespel dat slechts om de 10 jaar wordt opgevoerd. Daarnaast vind je er vele huizen met typische gevelbeschilderingen. Eén van de mooiste voorbeelden is het Pilatushaus. Prachtig zijn ook de huizen net buiten het centrum die gewijd zijn aan bekende sprookjes zoals roodkapje, Hans en Grietje en de Bremer stadsmuzikanten. Vind je ook de variant op die laatste?
Mittenwald.
In Mittenwald zijn ze vermaard om de vioolbouw. Matthias Klotz introduceerde de ambacht in het Duitse stadje, vlakbij de Oostenrijkse grens. Nu is het een toeristenoord dat naast vioolbouw, ook vele beschilderde gevels en heel wat winkels biedt.

Vertrekpunt.
Wij verbleven in de stad Garmisch-Partenkirchen. Deze tweedelige stad wordt zoals verwacht uit Garmisch en Partenkirchen. Beide stadsdelen zijn gezellig en biedt de nodige terrasjes en winkels. Het is gelegen vlak aan de Zugspitze gelegen en ligt centraal om alle bovengelegen bestemmingen te bezoeken. Het biedt een gevarieerde reis die cultuur en natuur combineert.